Een struik dient voor het huisvesten van verschillende dieren, denk aan vogel nestjes of kleine zoogdieren (egels). Ook dient het voor een voedingsrijke plek en schuilplaats voor bijen en insecten.
Buiten dat dieren in de heggen leven, helpt een heg ook bij het omzetten van CO2, het tegenhouden van wind en bodem erosie.
Bosjes en struiken zijn een ideale schuilplek voor stadse vogels. Daarnaast maken bekende soorten zoals de merel, roodborst en natuurlijk de schattige staartmees hun nest graag niet te hoog van de grond, maar wel beschut. In een fijne struik dus!
We zien een afnamen van heggen in de steden, doordat er minder groen is, is er ook minder plek voor huisvesting van dieren. Het aantal vogels is gemiddeld licht afgenomen. Vooral soorten die tuinen, parken en struiken als hun leefgebied hebben, zoals merels en zanglijsters, hebben het zwaar.
Ook zien we bij veel bouw- en verbouwprojecten dat bestaande groenelementen, zoals oude bomen en struiken worden opgeofferd bij het bouwrijp maken van de locaties.